Met een beter en aantrekkelijker openbaar vervoer mikken we op een verdubbeling van het aantal gebruikers tegen 2035. Met verdere flankerende maatregelen wordt dan de gewenste modal shift mogelijk.

Dat is in elk geval zo voor al wie geen toegang heeft tot een auto (jongeren, ouderen en maatschappelijk kwetsbare mensen), maar ook voor al wie uit vrije keuze de auto aan de kant laat staan. Goed gebruikt openbaar vervoer vervuilt minder dan auto’s. De lucht wordt schoner en de transportsector brengt minder schade toe aan het klimaat.

Met een duidelijk doel op langere termijn voor ogen (treindienst 2035) kan de overheid beter beslissen welke investeringen nuttig en nodig zijn. Bouwwerken en aankopen, die niet in het plaatje passen, worden geschrapt. Het bestaande spoornet wordt efficiënter benut. Het is altijd goed om een stevige infrastructuur die al bestaat gewoon beter te benutten

Met een gedeelde en solide doelstelling werken de verschillende overheden en vervoerders hand in hand. De dienstregelingen van de verschillende vervoermaatschappijen vullen elkaar naadloos aan. Zo komen we tot “één netwerk, één dienstregeling, één tarief”.